Lot 125
Frits Van den Berghe
België / 1883 - 1939
Hartenboer (1924-1925)
€ 90.000 - 110.000
Beschrijving
Gouache en potlood op papier
Sig.
60,5 x 45,5 cm
Met fotocertificaat door Oscar De Vos
Met etiket tentoonstelling PvSK, Brussel
Herkomst
- Coll. Maurice Crick, Brussel
Coll. André Crick
Tentoonstelling
- "Zeitgenössische Belgische Kunst" Frankfurter Kunstverein, Frankfurt; Kölnischer Kunstverein, Keulen 1929, cat. nr. 115
"L'art à Ixelles. Chefs-d'oeuvres de collections Ixelloises" Musée Communal des Beaux-Arts, Elsene 1976, cat. nr. 172
Literatuur
- "Sélection, V" nr. 5, p. 367 ill.
"Cahiers de Belgique" IV, nr. 2, Frits Van den Berghe, Brussel 1931, p. 51 ill.
"Frits Van den Berghe" Reeks Sélection chronique de la vie artistique, cahier 12, André De Ridder, Antwerpen 1931, p. 127 ill.
"Frits Van den Berghe 1883-1939. Catalogue raisonné de son oeuvre peint" Emile Langui, Éd. Laconti, Brussel 1966, cat. nr. 150
"Frits Van den Berghe" Piet Boyens, Patrick Derom en Gilles Marquenie, Pandora, Antwerpen 1999, cat. nr. 353 ill.
Lot essay
De vrouw in de hoofdrol
Na zijn terugkeer uit Nederland en zijn korte verblijf bij Constant Permeke in Oostende, lokten de zwierige bochten van de Leie Frits Van den Berghe naar Bachte-Maria-Leerne en Afsnee. Volgend op de woelige oorlogsjaren kwam er voor de kunstenaar een periode van verademing. Hij stond in nauw contact met intellectuelen als André De Ridder (1888 – 1961) en Paul Gustave Van Hecke (1887 – 1967), die zich engageerden als promotors van de nieuwe expressionistische kunst, en was betrokken bij de oprichting van het kunsttijdschrift Sélection in 1920.Beïnvloed door een fauvistische en kubistische vormgeving bracht hij een inhoudelijke combinatie van expressionistische en surrealistische elementen. Kunsthistoricus Emile Langui (1903-1980) beschreef zijn werk in deze periode als: “Een bonte verscheidenheid van het koloriet. De sombere gamma’s van aardplek, notebolster, bronsgroen en indigoblauw uit de laat-Hollandse en Oostendse tijd worden totaal opgegeven en gaan plaats maken voor andere, heldere harmonieën waarin nieuwe kleuren als wit, roze, vermiljoen en het gevaarlijke purper de tenorpartijen zingen.”
Tussen 1924 en 1926 concipieerde Van den Berghe verscheidene reeksen in een gemengde techniek van gouache, aquarel en potlood, waaronder de cyclus ‘De vrouw’ en onvoltooid gebleven reeksen als ‘De kermis’ en ‘Het landleven’. Deze reeksen waren bijzonder binnen het oeuvre van Van den Berghe, waarin hij zijn humor, satirische kwaliteiten en talent tot rake typering de vrije loop laat.
De gouache “Hartenboer” behoort tot de cyclus die zich centraliseert rond het feminiene thema. Van den Berghe kaart hier op een speelse manier de relatie tussen man en vrouw aan, wat uitmondt in een karikaturale en gevatte vormgeving met humoristische en soms wrange en moraliserende bijgedachten. De hartenboer symboliseert sinds de renaissance jeugdige liefde en passie. Hij volgt zijn hart en duikt het avontuur in. Maar in de compositie van Frits Van den Berghe begeeft hij zich op onbekend terrein. Plompverloren en met grote ogen kijkt hij het tafereel aan dat zich onder hem ontvouwt. Droomt hij? De naakte lichamen, een kluwen van armen en benen, zijn ijl weergegeven – in tegenstelling tot het kostuum van het heerschap. Kaartsymbolen dwarrelen om hem heen.
De compositie en techniek voelen, door de starre en sculpturale vormgeving, modernistisch aan. In de expressieve en hallucinante sfeer van deze reeks is reeds de belangstelling van de kunstenaar voor het surrealisme merkbaar. Droom en verbeelding doen stilaan hun intrede in zijn oeuvre en vanaf 1926 zal dit uitmonden in een radicale breuk met de realiteit.
Ontdek ook
01 / 35