NEWSFLASH: veiling

Een overzicht van opmerkelijke kunstwerken in deze veiling

Pierre Alechinsky, Pablo Atchugarry, Evelyne Axell, Bram Bogart, Lynn Chadwick, Emile Claus, Robert Combas, Felix De Boeck, Raoul De Keyser, Paul Delvaux, Wim Delvoye, Valerius De Saedeleer, Gustave De Smet, Léon De Smet, Anna De Weert, James Ensor, Henri Evenepoel, Jean-Michel Folon, George Grard, Keith Haring, Floris Jespers, David Lachapelle, André Lanskoy, Bengt Lindström, Louise Nevelson, Hans Op de Beeck, Panamarenko, Jozef Peeters, Constant Permeke, Roger Raveel, Jakob Smits, Léon Spilliaert, Olivier Strebelle, Walter Swennen, Edgard Tytgat, Koen Van den Broek, Rinus Van de Velde, Louis Van Lint, Koen Vanmechelen, Eugeen Van Mieghem, Henri-Victor Wolvens, Rik Wouters, Maurice Wyckaert, Ossip Zadkine, ...

Werken uit de nalatenschap van de familie Taevernier

August Taevernier wist een verzameling van ongeziene kwaliteit op te bouwen. Dit dankzij persoonlijke contacten met kunstenaars als Gustave De Smet en Constant Permeke, maar ook handelaars als Paul van der Perre en de Galerij Georges Giroux. De fundamenten van zijn collectie werden reeds gelegd in zijn studententijd, toen hij tekeningen en etsen van Jules De Buycker en Dirk Baksteen kocht. August zaaide de kiem die zal blijven groeien in de latere generaties van zijn familie, onder meer bij zijn zoon Ignace Taevernier. In deze veiling mogen we een veelzijdige selectie werken uit het nalatenschap van de familie Taevernier aanbieden. Etsen, tekeningen en schilderijen van onder meer James Ensor, Henri Evenepoel, Jakob Smits, Gustave De Smet, …

Van Henri Evenpoel is er onder meer het schilderij “De dans, Algerije” (1898), uit zijn Algerijnse periode, naast enkele prachtige tekeningen, een grote naaktstudie van een man in olieverf (ca. 1894) en “De kaai te Parijs” (1894).

Lot 97. De dans, Algerije (1898) - Est. €46.000-55.000

De fotograaf-schilder in ballingschap

Henri Evenepoel arriveert in het najaar van 1897 in Algerije. Hij is herstellende van tuberculose en de jonge kunstenaar is alles behalve enthousiast over de start van zijn Noord-Afrikaanse avontuur. Hij heeft het vertrouwde Parijs met duidelijke tegenzin verlaten onder lichte dwang van z’n vader, die hoopt dat deze studiereis het einde zal betekenen van Henri’s verhouding met z’n nicht Louise. De schilder verblijft sinds het begin van z’n studietijd bij haar en haar gezin, en op het ogenblik van z’n vertrek hebben de twee zelfs een onwettig kind, Charles.

Uit brieven aan Louise blijkt dat het een diep ongelukkige periode is. Niet alleen mist de kunstenaar z’n geliefde, hij heeft in alles moeite om zich aan te passen aan z’n nieuwe omgeving. Het felle Afrikaanse licht is helemaal anders dan het licht in Frankrijk en de moslims die hij hier aantreft laten zich in tegenstelling tot de parisiens niet gewillig portretteren. Het verklaart waarom Evenepoel in deze fase veelvuldig gebruik maakt van z’n Pocket-Kodak. Stiekem geschoten beelden vormen de basis van zijn schetsen. De tekeningen en schilderijen die hij maakt in Algerije zullen later tot het beste van z’n oeuvre worden gerekend.

"De dans, Algerije" is een duidelijk voorbeeld van een schilderij dat gebaseerd is op een dergelijke snapshot. Een personage in beweging, niet helemaal keurig gekadreerd. De voeten van de danser worden uit het beeld gesneden. We zien een Evenepoel die verder gaat dan in de portretten die we van hem gewend zijn. De fotografie bewijst zich een niet te ontkennen moderniserende factor in de ontwikkeling van de vormtaal van de kunstenaar.

Impressionisme

Één van de meest indrukmakende werken deze veiling is de volumineuze buste van “James Ensor” (1913) door Rik Wouters. Ensor zelf schreef aan Emma Lambotte dat hij zeer ingenomen was met het resultaat. Andere exemplaren bevinden zich onder meer in de Bayerische Staatsgemälde Sammlungen in München, het Rijkmuseum Kröller-Müller in Otterlo en het KMSK in Brussel.

Er zijn meer impressionistische parels te ontdekken. Zo is er onder meer een lumineuze “Zomerdag aan de Leie te Astene” (1911) van Emile Claus. “De gevel met blauweregen” (1912-13) is een charmant schilderij van Anna De Weert waarin ze de fleurige gevel van haar eigen woonst neerzet. Ook van de Gentse kunstenares is er het lieflijke doek “Boomgaard met eendjes” (1925). “Baigneuses” (ca. 1906/1909-10) is een arcadische voorstelling van Georges Lemmen, badend in het warme licht.

Lot 149. James Ensor (1913) - Est. €100.000-150.000

Ensor vult de ruimte

De armen beschouwelijk op de rug, met priemende blik en licht opzij gebogen, kijkt James Ensor ons monsterend aan. Hij zet zich in een kritische pose, alsof hij degene is die voor het kunstwerk staat en niet andersom. De kunstenaar vult de ruimte met zijn levensechte persoonlijkheid. Men kan zich de stilte in de salons destijds voorstellen, wachtend op zijn oordeel.

Het brons is zwaar en volumineus. Meer dan levensgroot, imponeert de figuur van de grootmeester. Maar de vluchtige schijn van de beeldhouwtechniek ondermijnt de statische massa. Het bijzondere beeldoppervlak is oneffen en onaf, waardoor het licht op een waarachtige wijze weerkaatst wordt. In het materiaal zit een individu gevat die Wouters vakkundig tot leven brengt en een indrukwekkend aura verleent.

Ensor en Wouters ontmoetten elkaar verschillende keren. In 1913, ter gelegenheid van een tentoonstelling van Kunst van Heden in Antwerpen waar ze beiden aan deelnamen, beloofde Ensor te zullen poseren voor een buste. In het voorjaar kwam hij inderdaad naar het atelier van Wouters in Bosvoorde. In twee of drie poseersessies was het beeld klaar. Op 18 april 1913 schreef Ensor aan Emma Lambotte een brief waaruit zijn tevredenheid voor het borstbeeld blijkt:

De beeldhouwer Wouters heeft van mij in Brussel een borstbeeld gemaakt. Het is goed gedaan en ik ben tevreden.

Rik Wouters volgde van 1900 tot 1904 beeldhouw- en tekenlessen aan de academie van zijn geboortestad Mechelen en later aan de Brusselse academie. Hij startte zijn carrière als beeldhouwer, maar vanaf 1907 begon hij ook te schilderen. Het luminisme van Emile Claus sprak hem zeer aan. Later ontdekte hij het werk van James Ensor, een figuur waar hij erg naar opkeek. Ondanks de successen van zijn schilderwerken, zal hij steeds het grootste plezier en vrijheid vinden in beeldhouwen.

Lot 149. Bekijk detail

Expressionisme

Van Gustave De Smet is er onder meer “Hoofd van een visser” (1918) en een “Meisje met rode strik” (1940). Er zijn verschillende aquarellen van Léon Spilliaert, alsook twee olieverfschilderijen “Marine” (1924) en “Park bij zonsondergang, Oostende” (1921). George Grard toont een grote liefde voor het vrouwenfiguur. Met ronde vormen en welvende volumes creëert hij zijn schoonheidsideaal. Van hem is er een grote “Staande vrouw” (1938) die 183 cm hoog meet.

Edgard Tytgat staat bekend om zijn wonderlijk narratieve stijl. Het summum van zijn oeuvre kan gevat worden in “Quelques images de la vie d'un artiste” (1946).  De verhalende compositie beschrijft in een reeks beelden het leed uit zijn kinderjaren en zijn kunstenaarsloopbaan, ook zijn eerste successen.

Lot 252. Quelques images de la vie d'un artiste (1946) - Est. €80.000-100.000

Edgard Tytgat, visueel verteller

"We klimmen op de paardjesmolen. Hij komt nog maar op gang, of ik val flauw. Iedereen in rep en roer. Vrouwen in een zwarte kapmantel dragen mij naar huis. Mijn broer loopt bibberend en wenend achter ons aan." (Edgard Tytgat, Souvenirs d’enfance et de jeunesse, ca. 1950)

Zo gaat het eerste verhaal van Edgard Tytgat. Een traumatische ervaring die hem als kind kluistert en als kunstenaar verrijkt. Op dit precieze moment wordt de kiem van zijn schilderscarrière gezaaid. Het is daarmee het eerste tafereel in het magistrale doek “Quelques images de la vie d’un artiste”. Hierin verbeeldt Tygat op chronologische manier zijn kunstenaarsleven, zijn successen en tegenslagen, zijn dromen en nachtmerries.

Tytgats moeizame kinderjaren worden weergegeven in de bovenste rij. Vervolgens zien we op de tweede rij zijn zoektocht als kunstenaar en onthechting van de ouderlijke woonst. Zijn carrière neemt een hoge vlucht, terwijl op de laatste rij duidelijk wordt dat na het hoogtepunt de neergang volgt. De autobiografische scènes verwijzen tevens naar andere schilderijen van Tytgat, zoals in het midden op de derde rij: “Ministerieel bezoek”, dat hij in 1934 maakte.

Op het voorlaatste beeld geeft Tytgat, voorgesteld als een mier, zijn spaarcenten aan de fiscus, voorgesteld als een enorm varken. Na het einde van de oorlog moest Tytgat immers een belangrijke som, bijna al zijn spaargeld, betalen aan  de fiscus. Een vordering die gedurende lange tijd een diepe indruk naliet op de kunstenaar. Op het laatste beeld herneemt hij zijn weg, naakt en berooid, samen met zijn geliefde vrouw.

Tytgat neemt ons mee op een beeldenreis doorheen zijn repertorium. In twaalf taferelen vertelt hij het verhaal van zijn leven, dat hij subtiel aanvult met fabel, fantasie, mythe en humor. De afgelijnde scènes vormen een lineair narratief dat in één beeld getoond wordt als een stripverhaal. Het is een schijnbaar simplistische manier van weergeven, naar middeleeuws voorbeeld, maar Tytgat is vindingrijk en doordacht. Met een web aan referenties, autobiografische elementen, verhalen, fantasie, titels creëert hij een monumentaal verhalencomplex waarbij beelden en betekenissen ten volle tot ontplooiing komen in hun onderlinge relatie.

Lot 252. Bekijk detail

Avant-Garde

Vernieuwende kunst die ongezien was in zijn tijd, daarvan  getuigt onder meer Felix De Boeck. Van hem is er bijvoorbeeld het abstracte schilderij “De val van de vlinder” (ca. 1923), dat dubbelzijdig beschilderd werd met op de achterzijde “Levenssynthese” (ca. 1929).  “Compositie 5” (1959) is een modernistisch abstract werk van Jozef Peeters. Het werk is afkomstig uit de collectie van Jo Delahaut en maakte deel uit van de Overzichtstentoonstelling in het I.C.C. in Antwerpen in 1978.

Ook opmerkelijk zijn vier doeken van Louis Van Lint. Van hem zijn er onder meer “Cristaux” (1957) en “Mirage marin” (1957), dat maar liefst 274 x 109 cm meet.

Evelyne Axell is één van de weinige vertegenwoordigers van Pop Art in België. Haar composities zijn gewaagd en provocerend. Als figuur is ze veelbesproken en controversieel. Haar vroegtijdig overlijden draagt bij tot de mythe. “Le beau châssis” (1967) toont de grote originaliteit en zin voor humor van de kunstenares. Op een atypische manier gebruikt ze materialen en felle kleuren. De dubbelzinnige titel verwijst niet enkel naar het raamwerk… Dit werk is een waar unicum, in haar niet zo omvangrijke oeuvre.

Lot 340. Le beau châssis (1967) - Est. €340.000-500.000

Het ruisen van het leven

De jaren 60 was één van de meest innovatieve periodes van de 20ste eeuw. De bijzondere dynamiek die ontstond in de uitwisseling van ideeën omtrent liberalisme, popcultuur, vrouwelijkheid en zelfbewustzijn zorgde voor een atmosfeer waarin de creativiteit van Evelyne Axell tot bloei kon komen. De mythische kunstenares staat niet enkel voor haar kunst, ze staat voor een manier van zijn. Of wat Pierre Restany “het ruisen van het leven” noemt.

Axell was één van de weinige vrouwelijke popkunstenaars in Europa. Ondanks haar veel te korte carrière wist ze zich te onderscheiden met een uiterst persoonlijke en originele iconografie. Ze begon aanvankelijk als toneel- en filmactrice in de Nouvelle Vague-scene. Het werd haar snel duidelijk dat ze als vrouwelijke podiumkunstenares onderhevig was aan de mannelijke blik, wat haar creativiteit al te zeer zou belemmeren. Ze legde zich vervolgens toe op de schilderkunst, onder de vleugels genomen door René Magritte.

"Mijn wereld is bovenal een onvoorwaardelijke ‘joie de vivre’, ondanks het agressieve aspect ervan. Mijn motief is duidelijk: naaktheid en vrouwelijkheid weerspiegelen een visie op de wereld die bio-botanische vrijheid toelaat: een vrijheid die weerstand biedt aan frustraties en graduele gebondenheid, en een vrijheid die enkel de beperkingen accepteert die het zichzelf oplegt."

“Le beau châssis” is een ongezien gewaagd werk. Het is geen schilderij in de klassieke zin. De schildering lijkt zich aan de achterkant te bevinden. Wat we te zien krijgen is slechts een schim van het onderwerp. Sensuele contouren suggereren een anonieme vrouw, die normaliter onderworpen wordt aan de blik van de toeschouwer maar die ons deze keer haar rug toewendt. In tegenstelling tot het naakte doek, is het raamwerk felbeschilderd. De dubbelzinnige titel verwijst niet enkel naar het chassis, maar wordt in de Franse taal objectiverend gebruikt als verwijzing naar vrouwelijk schoon.

Axell creëert een dromerig beeld met een zweem van erotiek waarin ze surrealisme en humor verwerkt. Pin-ups en verleidsters worden door haar mannelijke collega-popkunstenaars geobjectiveerd tot uitspattingen van de consumptiemaatschappij, een product van de massa. Axell slaagt er op schalkse wijze in om zich dit beeld van de vrouw terug eigen te maken, een vrouw die vrij en ongebonden is.

De nieuwe visie

Roger Raveel keek naar de wereld op zijn unieke manier. Hij ontwikkelde een originele vormentaal die bepalend zal zijn voor latere kunst in België. Van hem is er onder meer het grote olieverfschilderij “Z. voor een schilderij in een schilderij” (1977), en “Boompje in schilderij-venster” (1978). Ook van zijn leerling Raoul De Keyser is er belangrijk werk.The unanswered question” (1972) toont de minimalistisch visie van de kunstenaar op de alledaagse werkelijkheid.

Lot 371. The unanswered question (1972) - Est. €100.000-140.000

Het schilderij in vraag gesteld

Vanaf de jaren 70 hanteert Raoul De Keyser een grotere subtiliteit en fijngevoeligheid in zijn schilderkunst. De harde kleuren en vette randen van zijn rubberwolken, dozen en krijtlijnen krijgen een zachtere kant. Uitgestrekte monochrome vlakken worden uitgedaagd met een lichte schakering die de penseelstreek verraadt. Contouren zijn brozer en interageren met de kleurvlakken.

De dualiteit tussen het herkenbare en het abstracte brengt spanning teweeg in “The Unanswered Question” (1972). Het groene gras is een geliefd onderwerp van De Keyser. De uitgestreken Vlaamse vlakte vertoont een enkele glooiing, verder laat hij alle ruimte aan het zachtblauwe hemelgewelf. De horizontaliteit wordt uitgedaagd door een uiterst subtiele, verticale lijn die nauwelijks te bemerken is maar genadeloos de spanning opdrijft.

Het contrast tussen vlakte en opwaartse beweging stelt de grenzen van het schilderij in vraag. De picturale ruimte deint uit voorbij het doek. De landschappelijke dimensie krijgt een bijzondere dieptewerking die teweeggebracht wordt met minimale elementen, wijzend op de autonomie van het schilderij als drager en picturale laag. De doeken van De Keyser zijn representaties van de dingen in hun meest eenvoudige vormen die in vraag worden gesteld.

Lot 371. Bekijk detail

Bijzondere vormen

Meester van de materie is Bram Bogart. Hij ontwikkelde een eigen methode om vorm te geven aan kleur. Het resultaat zijn de typische materieschilderijen, die met hun kleur en volume bepalend zijn voor de ruimte waarin ze zich bevinden. Van Bogart zijn er meerdere grote werken op veiling, onder meer “Witinblauwkarmijn” (1969) (101,5 x 125 cm) en “Miroir de Visconti” (1982) (133 x 96,5 cm).

Olivier Strebelle speelt dan weer met het effect van licht en schaduw. Curvilineaire contouren, concaven en convexen creëren surrealistische bronzen wezens zoals het monumentale “Le Bon Génie I” (1965) dat meer dan twee meter hoog is. Strebelle maakt personages die zich bij voorkeur integreren in een groene omgeving, als een boom of een struik, waar ze zich openstellen voor bijzondere ontmoetingen.

“Pair of Sitting Figures VIII (695B)” (1975) is een bijzonder koppel in brons van de Britse kunstenaar Lynn Chadwick. Ook is er subliem sculptuur in roze Portugese marmer getiteld “La porta del futuro” (1996) van Pablo Atchugarry.

Lot 400. Pair of Sitting Figures VIII (1975) - Est. €44.000-65.000

De geometrie van de angst

Na zijn dienst als piloot tijdens de Tweede Wereldoorlog keert de Britse tekenaar en architect Lynn Chadwick terug naar Londen met een nieuw artistiek elan. Hij begint te experimenteren met kleine en lichte sculpturen van materialen zoals draad, hout en messing. Uiteindelijk zal hij samen met Giacometti uitgroeien tot één van de belangrijkste beeldhouwers in het naoorlogse Europa en breekt hij definitief met de drang naar romantiek en esthetiek van de generaties voordien. Zijn oerbeelden van mens en dier belichamen de toestand van ontluistering en existentiële angst in Europa tijdens de jaren van de Koude Oorlog.

Opvallend aan Chadwick is dat hij zijn beelden improviseert. Zijn grootschalige, enigszins abstracte werken in brons en staal ontstaan zonder voorafgaande schetsen of plannen. Het ontwerpen gebeurt terwijl hij zijn materiaal manipuleert, hij visualiseert terwijl hij werkt, en hij hoeft achteraf zelden aanpassingen te doen. Het resultaat zijn gestalten die eerder geconstrueerd dan gemodelleerd lijken, lineair begrensd in de ruimte.

Het herinnert hem aan zijn opleiding architectuur: "Wat het mij leerde was hoe dingen te componeren, een formele oefening in compositie, echt, het heeft niets te maken met het gebouw dat het voorstelt". Chadwick ging niet naar de kunstacademie en genoot geen formele opleiding als beeldhouwer. Door zijn ervaring als architectuurtekenaar over te brengen op zijn beeldhouwtechniek, begon hij op een unieke en vernieuwende manier te lassen. De sculpturen die op die manier ontstonden beschouwde hij als autonome, organische vormen, nauwer verbonden met de natuur dan met de politiek van de Koude Oorlog.

Hedendaagse kunst

De catalogus omvat een uitzonderlijke selectie hedendaagse kunstwerken. Één van de opvallendste kunstenaars is Jean-Michel Folon, van wie onder meer drie sculpturen in brons worden aangeboden. “On the road – Personnage” (1992) , 105,5 x 48 cm, verbeeldt zijn typische reiziger in brons. Ook is er “Sans bagages” (2005) en “Le départ” (2005).

Van Koen van den Broek is er een monumentaal schilderij “Cross-Over” (2003),waarin hij abstractie maakt van het straatbeeld. Ook op groot formaat is er “This might draw out my time here” (2009), een houtskooltekening van Rinus Van de Velde die 182 x 226 cm meet. “Snow Landscape (Stars)” (2019) is een groot werk van 74 x 169 cm in zwart-witaquarel door Hans Op de Beeck. Van Walter Swennen is er onder meer “Combat naval” (2004), een poëtisch werk dat diepere gelaagdheid verbergt.

Lot 549. Combat naval (2004) - Est. €70.000-90.000

Heel eenvoudig, schilderen

“Schilderen is in alle opzichten een volstrekt absurde bezigheid. Elke keer opnieuw moet je keuzes maken zonder dat er criteria zijn. Elk schilderij is een nieuw begin.”

Het zijn de woorden van Walter Swennen. De in Brussel gevestigde schilder gaat de uitdaging met dit steeds weerkerende witte vlak nochtans graag aan. Noem het gerust kunst uit noodzaak. Of beter: kunst uit fundamentele nieuwsgierigheid. Een steeds herhaald worstelen met verf en kleur. Voor Swennen hoeft een schilderij niet 'emotioneel' of 'begrepen' te zijn: het allereerste doel van schilderen is, heel eenvoudig, schilderen. Een voortdurend onderzoek naar de aard en de problemen van de schilderkunst, naar de fundamentele vraag wát te schilderen, en hoe.

Swennen staat bekend om een radicale, ervaringsgerichte en associatieve benadering van de schilderkunst, waarin veel verschillende invloeden samenkomen: jazz, filosofie, literatuur, comics … de lijst is eindeloos. Maar ondanks die vele indrukken: “Ik weet dat ik een schilder ben, maar ik weet niet wat ik moet schilderen.” Wie goed luistert hoort hierin een geloof in de totale autonomie van het kunstwerk. En waar kunst autonoom is, vervalt de mogelijkheid om iets in te delen in stijl of school. Een stijl hanteren impliceert immers een bepaalde routine.

Walter Swennen is dan ook de kunstenaar die telkens terug gaat naar start. Als het ene probleem is opgelost, dient het andere zich aan. Er zit dus niks anders op dan gewoon te beginnen en het te doén. Het levert een ongemeen boeiend en rijk oeuvre op dat sterk varieert in schaal, stijl en materiaal.

Lot 549. Bekijk detail

Veiling in voorbereiding

Zaterdag 19 oktober 2024

Inbreng tot 22 juni

Voor belangrijke werken kunnen onze experts ter plaatse komen.
Gebruik onderstaande link om een aanvraag in te dienen.