-

Jules Schmalzigaug

Midden in een prisma

Jules Schmalzigaug is de eerste Belgische kunstenaar die zich kortstondig wist te manifesteren binnen de (harde) kern van een toonaangevende avant-gardebeweging.

Jules Schmalzigaug in gezelschap van Juliette Loontjes, Den Haag, 1916

Je vis au milieu d’un prisme. Et résultat de cette hypnose colorée? Quelque chose de charnel, de frisson du bas-ventre, une émotion testiculaire. Pourquoi? L’instinct du Carnaval [...]

– Jules Schmalzigaug

Impression du café Florian, Venetië (1914)

Belgische futurist in Italië

Jules Schmalzigaug is de eerste Belgische kunstenaar die zich kortstondig wist te manifesteren binnen de (harde) kern van een toonaangevende avant-gardebeweging. Hij werd aangekondigd op het entreeticket voor de zondagavond van het Grande Convegno Futurista – een congres over de internationale ambities van de futuristische beweging dat in april 1914 werd georganiseerd in Galleria Giuseppe Sprovieri in Rome. Het even unieke als vreemd klinkende ‘Schmalzigaug’ valt op tussen ronkende Italiaanse artiestennamen als Giacomo Balla, Enrico Prampolini, Luciano Folgore, Ugo Giannattasio, Mario Sironi en Fortunato Depero.

De druk van de Eerste Wereldoorlog dwong Schmalzigaug om eind 1914 Italië te verlaten.

(Oeuvrecatalogus, Ronny & Jessy Van de Velde, Antwerpen 2020, p. 7-8)

Pier met visser in Scheveningen - Den Haag (1915-17)

Den Haag

Ontheemd vestigde Schmalzigaug zich met zijn familie in december 1914 in Den Haag. Hoewel hij daar vriendschappelijke contacten onderhield met Belgische kunstenaars als Frans Smeers, Georges Vantongerloo, Rik Wouters en de tot Belg genaturaliseerde Nederlander Willem Paerels, was het niet gemakkelijk om het inwendige (schilders)vuur terug te vinden. Schmalzigaug had last van de ‘mentale neurasthenie’ die kunstenaars tijdens de oorlogsjaren kon overvallen. Het klinkt niet onlogisch dat hij de baanbrekende invloed van een leermeester-collega als Balla miste. Zijn Haagse kunstenaarsvrienden – eerder Brabantse fauvisten – wisten hem waarschijnlijk toch niet op dezelfde manier uit te dagen.

(Oeuvrecatalogus, Ronny & Jessy Van de Velde, Antwerpen 2020, p.19)

Strand in Scheveningen – Den Haag (1915-17)

Eigen techniek

Het waren hoofdzakelijk kleurrijke ansichten van brugjes en straten in Den Haag of het strand en het Kursaal van Scheveningen die Schmalzigaug tijdens zijn Haags ballingschap veelvuldig met gouache, pastel of aquarel aan het papier toevertrouwde. Al gaf hij de experimentele abstractie nooit helemaal op. Hij ontwikkelde bijvoorbeeld een artistiek procédé waarbij hij ‘natte’ tekeningen in aquarel op een ander blad drukte waardoor de leesbaarheid van de scene stap voor stap, afdruk na afdruk, verminderde en het beeld abstracter werd. Het avant-gardistische bloed kroop waar het niet gaan kon.

(Oeuvrecatalogus, Ronny & Jessy Van de Velde, Antwerpen 2020, p.19)

Gevels - Den Haag (1915-17)

Ontworteld

Weggerukt van zijn Venetiaanse habitat en zijn collega’s futuristen, zou hij nooit meer hetzelfde elan vinden. Die ontworteling kan een rol hebben gespeeld in zijn keuze om zich in 1917 in Den Haag van het leven te beroven.

(Oeuvrecatalogus, Ronny & Jessy Van de Velde, Antwerpen 2020, p. 8)