De fotograaf-schilder in ballingschap

Henri Evenepoel

Henri Evenepoel arriveert in het najaar van 1897 in Algerije. Hij is herstellende van tuberculose en de jonge kunstenaar is alles behalve enthousiast over de start van zijn Noord-Afrikaanse avontuur. Hij heeft het vertrouwde Parijs met duidelijke tegenzin verlaten onder lichte dwang van z’n vader, die hoopt dat deze studiereis het einde zal betekenen van Henri’s verhouding met z’n nicht Louise. De schilder verblijft sinds het begin van z’n studietijd bij haar en haar gezin, en op het ogenblik van z’n vertrek hebben de twee zelfs een onwettig kind, Charles.

Uit brieven aan Louise blijkt dat het een diep ongelukkige periode is. Niet alleen mist de kunstenaar z’n geliefde, hij heeft in alles moeite om zich aan te passen aan z’n nieuwe omgeving. Het felle Afrikaanse licht is helemaal anders dan het licht in Frankrijk en de moslims die hij hier aantreft laten zich in tegenstelling tot de parisiens niet gewillig portretteren. Het verklaart waarom Evenepoel in deze fase veelvuldig gebruik maakt van z’n Pocket-Kodak. Stiekem geschoten beelden vormen de basis van zijn schetsen. De tekeningen en schilderijen die hij maakt in Algerije zullen later tot het beste van z’n oeuvre worden gerekend.

‘De dans, Algerije’ is een duidelijk voorbeeld van een schilderij dat gebaseerd is op een dergelijke snapshot.

Een personage in beweging, niet helemaal keurig gekadreerd. De voeten van de danser worden uit het beeld gesneden. We zien een Evenepoel die verder gaat dan in de portretten die we van hem gewend zijn. De fotografie bewijst zich een niet te ontkennen moderniserende factor in de ontwikkeling van de vormtaal van de kunstenaar.

Lot 97. Bekijk detail