NEWSFLASH: veiling

Een overzicht van opmerkelijke kunstwerken in deze veiling

 Pierre Alechinsky, Pablo Atchugarry, Bram Bogart, Jean Brusselmans, Lynn Chadwick, Christo, Emile Claus, Jan Cobbaert, Corneille, Felix De Boeck, Jules De Bruycker, Evarist De Buck, César De Cock, Raoul De Keyser, Paul Delvaux, Valerius De Saedeleer, James Ensor, Jan Fabre, Jean-Michel Folon, Sam Francis, Philippe Geluck, Keith Haring, Damien Hirst, Modest Huys, Floris Jespers, Oscar Jespers, Fernand Khnopff, Barend Cornelis Koekkoek, Joseph Lacasse, Sol Lewitt, Hubert Malfait, Javier Marin, George Minne, Panamarenko, Constant Permeke, Roger Raveel, Herman Saftleven, Pieter Snyers, Léon Spilliaert, Niele Toroni, Philippe Vandenberg, Rinus Van de Velde, Louis Van Lint, Jef Verheyen, Bernar Venet, Henri-Victor Wolvens, Rik Wouters, Ossip Zadkine, ...

Verzamelaars en liefhebbers kunnen zich binnenkort verwonderen over de unieke schoonheid die te ontdekken valt in onze maartveiling. Gedurende acht dagen, van 22 februari tot 1 maart, worden ruim 650 kunstwerken getoond. Het aanbod werd nauwkeurig geselecteerd omwille van de kwaliteiten van elk stuk, gaande van Oude Meesters tot hedendaagse kunst, zowel internationaal als uit eigen land, van schilderijen en sculpturen over fotografie en installaties.

Lot 128. Evarist De Buck - De Leie en de Tempelhoeve badend in avondzon (1918) - Est. €30.000-50.000

Begin 20ste eeuw

Een belangrijk deel van de veiling omvat enkele steutelwerken die de esthetische innovaties tonen binnen verschillende stromingen die ons land kende in het begin van de 20ste eeuw. Deze werden reeds ingeluid door de excentrieke James Ensor, van wie er een belangrijk handgekleurd exemplaar van de ets “De intrede van Christus te Brussel” (1898) is. De catalogus omvat meerdere belangrijke aquarellen van Léon Spilliaert, onder meer “Zicht op de Visserskaai vanuit het atelier” (1909). Spilliaert werkte niet alleen in het ouderlijke huis. In de jaren 1908-1909 betrok hij ook een zolderkamer boven een café in het hoekhuis aan de Visserskaai en Nieuwstraat.

Er zijn enkele belangrijke werken van Jean Brusselmans, waaronder het olieverfschilderij uit 1914, van zijn Brabantse fauvistische periode, dat de dubbele titel “Matin en banlieue - L'usine à Auderghem” draagt en afkomstig is uit de collectie van de kunstcriticus Paul Haesaerts. De kleuren en penseelstreken die Brusselmans hanteert zijn uitzonderlijk modern voor deze periode. “De Leie en de Tempelhoeve te Sint-Martens-Latem” (1918), in heldere zomerse verftoetsen, illustreert het pointillistisch genie van Evarist De Buck.  Het werk dateert uit de periode waarin De Buck voor een eerste maal te Latem verbleef tussen 1916 en 1918. De stijl van de werken uit deze periode is modern en persoonlijk, het kleurgebruik is rijk en lumineus.

Een belangrijk schilderij van Hubert Malfait is “Le premier prix” (1929), waarin de kunstenaar een zeldzame fijngevoeligheid aan de dag legt. Dit werk wordt voor het eerst vermeld in een brief van 9 december 1929 van André De Ridder aan Hubert Malfait en bevond zich van bij oorsprong in de collectie van Leo Van Puyvelde, conservator van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te Brussel. Er zijn ook twee belangrijke sculpturen van Oscar Jespers te vermelden “Voorovergebogen vrouw – Opschik” (1933) in witte marmer en “Vogel” (1927) in brons, een elegant en modern stuk dat 81 cm meet.

Lot 76. Le secret (ca. 1902) - Est. €20.000-30.000

Impressie van een herinnering

Zo enigmatisch de voorstelling is, zo mysterieus is de techniek die Khnopff aanwendde. Hij was een fervent fotograaf die het niveau van liefhebber ver oversteeg. Het momentane van het medium bood hem een objectieve weergave van de werkelijkheid, die hij vervolgens bewerkte tot een nieuw, zelfstandig kunstwerk.

Aan de basis van “Het geheim” ligt een platinadruk, destijds een duur procedé dat een resultaat van hoge kwaliteit leverde. De zachte korrel zorgde voor een subtiele lichtwerking, met diepzwarte tonen. Vervolgens bracht hij met subtiele hogingen nuances aan om de realiteit naar zijn hand te zetten. Blauw voor melancholie en het eeuwige, bruin in een wenkbrauw om een gezichtsuitdrukking te bepalen. De foto werd genomen van een pasteltekening met dezelfde titel die zich in de collectie van het Groeningemuseum te Brugge bevindt. De compositie voor deze tekening was op zijn beurt gebaseerd op een gekende foto die Khnopff van Marguerite nam.

Foto van Marguerite door Fernand Khnopff

Welke betekenissen verhult het “Het geheim”? Fernand Khnopff geeft ze niet gratuit prijs. Ze gaan gesluierd achter een sublieme verschijning in een geësthetiseerde setting. Een vrouw, Khnopffs zus Marguerite, zijn muse, poseert in golvende gewaden in een antikiserende ruimte. In haar hand houdt ze een masker getooid met een laurierkrans. Een zuil, een scepter en draperingen zijn de enige ornamenten.

Khnopff toont zijn zus als een soort priesteres, een mystieke figuur. Haar gelaat is hoekiger dan in realiteit. De transformatie naar het androgyne, het mythische, het archetypische wordt opgezocht. Het decor is een nauwkeurige mise-en-scène met een bestudeerde belichting gericht op de twee gezichten. Ze verschijnen als in een visioen, ongedefinieerd en onwerkelijk.

Met haar vinger legt Marguerite het masker het zwijgen op, een gebaar waarmee de scène versteent in verstilling. Terwijl haar eigen gezicht, met strakke contouren en donkertes zelf een masker wordt, kijkt ze onbewogen de ander aan. Deze heeft, in tegenstelling tot Marguerite, een vleugje leven achter haar subtiel blauwgekleurde irissen. Achter welke façade schuilt de waarheid? Het is er één die niet uitgesproken mag worden.

Belgische naoorlogse kunst

Corneille schilderde in 1951 een wonderlijke compositie die aangeboden zal worden op deze veiling. Het was het laatste officiële jaar van de Cobra-beweging. In deze periode liet hij een veelheid aan impressies op zich af komen. Hij was in het bijzonder gefascineerd door Afrika en maakte in 1951 een reis naar van Algerije. Verder zal de veiling Cobra-kunst omvatten van onder meer Karel Appel en Reinhoud.

“Met Freethiel op provinciaal veld” (1969) is een groot doek van Raoul De Keyser. Met zijn Nieuwe Visie geeft hij een vereenvoudigde, bijna abstracte weergave van een voetbalveld. “Ruimteschip ‘General Spinaxis’" (1977) van Panamarenko is een grote tekening van bijna twee meter breed. In 1968 maakte Panamarenko een eerste versie van de "General Spinaxis" in balsahout. In 1978 bouwde hij een monumentale versie die werd opgesteld aan de luchthaven te Bremen. In de context hiervan maakte de kunstenaar de grote tekening hier aangeboden op veiling. Het zou een ruimtevaartuig worden aangedreven door zonne-energie.

Lot 317. Met Freethiel op provinciaal veld (1969) - Est. € 80.000-120.000

Een sportverslaggever in het MoMA

Het lijkt misschien geen evidentie voor een kunstenaar wiens werk zich in internationale collecties als het New Yorkse MoMA bevindt, maar Raoul De Keyser was jarenlang sportverslaggever voor diverse regionale kranten. Dat voetbal hem nauw aan het hart lag valt in zijn rijkgevuld oeuvre nochtans makkelijk op. In ontelbare werken gaven de vlakken en de krijtstrepen van het speelveld uitdrukking aan wat hij zelf zijn ‘abstract realisme’ noemde. De meester zelf was misschien geen sportcarrière toebedeeld, hij beheerste ontegensprekelijk ‘the game of painting’ en het plezier dat daarmee gemoeid ging.

Zijn kunstenaarschap ontwikkelde zich trouwens opvallend honkvast te Deinze. De Keyser z’n doeken reizen meer en verder dan de hand die hen heeft geschilderd. Het is een prettig detail dat een werk als ‘Met Freethiel Op Provinciaal Veld’ uit 1969 voor een keer niet zinspeelt op ‘zijn’ SK Deinze. In een zeldzaam moment verlaat hij de Leiestad en gaat het richting Waasland. Freethiel is de toenmalige naam van het voetbalstadium waar de Belgische voetbalclub SK Beveren zijn thuiswedstrijden afwerkte. Die ándere club waar hij voor supporterde. De clubkleuren blauw en geel zijn prominent aanwezig op het doek. Gelijktijdig ondersteunen de krijtstreep en het vlakke veld op een typische en herkenbare wijze de imposante, vierkante compositie.

We kijken nochtans niet naar een werk over voetbal of sport op zich. Net als in zoveel andere werken van Raoul De Keyser gaat het over het schilderen zelf. Hij bedient zich van het alledaagse om te experimenteren met de verschillende ingrediënten van het metier en hij exploreert consequent het rijke niemandsland tussen figuratief en abstract. Het maakte van de kunstenaar de lieveling van vele andere schilders. The painter’s painter, die meer dan 10 jaar na z’n dood nog steeds stilzwijgend beschouwd wordt als de grootste onder de Belgische schilders van de voorbije 50 jaar.

Internationale namen

De catalogus omvat kunstwerken van internationale topkwaliteit, waaronder een kleurrijk en explosief werk in acryl op papier “Untitled (SF89-126)” uit 1989 van Sam Francis. Er is ook een indrukwekkende sculptuur van 1m37 in Carrara-marmer van Pablo Atchugarry uit 1995.

Corner Panels (To Height of Door)” (1969) is een belangrijke pentekening van Sol LeWitt. Ook interessant is de fotocollage “Louver Drape, Black to Black” (1971-72) van Jan Dibbets. Het werk was te zien in de reizende tentoonstelling die onder meer het Guggenheim Museum te New York aandeed in 1987.

Van Lynn Chadwick is er een elegant sculptuur in brons “Standing Woman” (1983). “Wrapped Reichstag (Project for Berlin) Platz der Republik, Brandenburger Tor“ (1991) is een origineel werk van Christo.

Lot 502. Senza titolo (1995) - Est. € 90.000-120.000

Time to tango

Spot aan, pas naar voor, een ruisende stof, en: passión! De Uruguayaanse kunstenaar Pablo Atchugarry is verstrengeld in een innige en uitputtende dans met zijn geliefde marmer. Het beeldhouwen kost hem bloed, zweet en tranen, maar zijn verlangen om het harde hart van het gesteente te overwinnen is onverzettelijk.

Atchugarry ziet het levenslicht in Uruguay in 1954. Een wonderkind, zo blijkt als hij op zijn 11 jaar al een tentoonstelling van schilderijen te pakken heeft. Maar al snel voelt hij zich aangetrokken tot de expressieve kracht van het sculpteren. In 1972 – hij is dan 18 jaar – vindt zijn eerste individuele tentoonstelling plaats. In 1979 leert hij het Italiaanse Carrara-marmer kennen. Het is liefde op het eerste gezicht. Vanaf het prille begin sluit hij modelwerk uit, wat niet overeenstemt met zijn romantische, bijna titanische drang om de steen te lijf te gaan.

Werken met marmer is de nobelste daad van de klassieke beeldhouwkunst. Zuiver en ongenaakbaar, met een onberispelijke huid die de schittering van het licht vat, vraagt het om gekoesterd te worden. Menig kunstenaar valt voor de charmes van het gesteente, dat van bij oorsprong een ruw blok is maar reeds dan het kunstwerk in zich draagt. Het is aan de kunstenaar om het eruit te halen, of zoals Michelangelo zei:

Het beeld is al voltooid in het marmeren blok, voordat ik aan mijn werk begin. Het is er al, ik moet alleen nog het overbodige materiaal wegbeitelen

Licht modelleert de volumes van deze sculptuur uit 1995. Volheid komt naar voren, diepe plooien gaan verscholen in de schaduw. Atchugarry maakt de plooien zo fijn mogelijk, het oppervlak sensueel glad, zoals de barokke draperingen van een gewaad dat een lichaam verhult. Het marmer inviteert tot een dans om al zijn hoeken te bekijken. Vanuit elk perspectief is een ander kunstwerk te ontdekken.

Hedendaagse kunst

Typisch Belgisch: surrealisme, een vleugje zelfspot en een koddig stripfiguur. Philippe Gelucks “Le collectionneur” (2017) is een schilderij met een kwinkslag. Inhoudelijk leunt het aan bij schilderij-in-schilderij van Roger Raveel. Dit bijzondere werk draagt de dubbele titel “De wereld is mijn interieur - Hoe vind je mijn schilderijtje, voordelig gekocht?” (1967) en was te zien op tal van tentoonstellingen.

Er is een indrukwekkende houtskooltekening van Rinus Van de Velde. De kunstenaar beheerst meesterlijk de tekenkunst waarmee hij monumentaal werk weet te maken dat tegelijk erg tactiel is. Het berggezicht “Untitled” (2010) bevat vele lagen waarin feit en fictie met elkaar in dialoog gaan, beroepend op het collectieve geheugen van de kijker en zijn vermogen tot verbeelding.

“Het net” (2003-2004) is een groot abstract schilderij van bijna 200 x 200 cm van Philippe Vandenberg, waarin hij een web van fijne kleuren aaneenrijgt. Van Jan Fabre zijn er meerdere werken, onder meer “Adsum qui feci”, een schitterend werk uit 2016 opgebouwd uit dekschilden van prachtkevers. De mozaïek van dekschilden zorgen voor een wonderlijk kleurschakering en lichtreflectie. Er is ook de indrukwekkende installatie “Battlefield” (1998), een krachtig werk dat Jan Fabre opdraagt aan insecten. Ze maken deel uit van de universele balans van de dingen, en tegelijkertijd illustreren ze de wens om een moderne metafoor van oorlog in scène te zetten.

Lot 510. Battelfield (1998, detail) - Est. € 34.000-44.000

Kevers in formatie

“Battlefield” is een krachtig werk dat Jan Fabre opdraagt aan insecten. Ze maken deel uit van de universele balans van de dingen, en tegelijkertijd illustreren ze de wens om een moderne metafoor van oorlog in scène te zetten.

De kunstenaar ontwikkelt concepten die hij wil uitdrukken door middel van visioenen waarin de kever de hoofdrol speelt. “Battlefield” is een slagveld waar insecten in formatie lopen. Doorheen de modder lopen ze in een gecoördineerde mars naar de rand van de tafel. De groene dekschilden van de kevers, opvallend in de reflectie van het licht, doen denken aan de schilden van ridders. Het slagveld van de kleine diertjes is een metafoor voor het slagveld van de mensheid.

De fascinatie van Fabre voor insecten ligt in het vermogen van deze minuscule organismen om miljoenen jaren te overleven en om zich telkens weer aan te passen aan veranderende omstandigheden. Het slagveld van Fabre refereert enerzijds aan de oneindige cyclus van leven en dood, en anderzijds roept het vragen op over actuele dynamieken in de samenleving.